zondag 30 maart 2008

BIFFF

Gelijkgestemden zoeken elkaar op. Kijk maar naar een voetbalwedstrijd, een boekenbeurs, een tentoonstelling of een theatervoorstelling: we bezoeken niet alleen het evenement, maar we zijn meteen ook in het gezelschap van mensen die minstens één interesse delen. Bij zo'n groep horen, al is het maar tijdelijk, is wellicht één van onze basisbehoeften. We luisteren bijvoorbeeld graag naar muziek, maar we gaan niet alleen naar een concert om de muziek te beluisteren die we evengoed thuis op CD kunnen beluisteren. Nee, we gaan ook naar een concert om daar te luisteren naar muziek in het gezelschap van mensen die deze ook appreciëren.

Ongetwijfeld is dit een belangrijke reden waarom ik al jaren een vaste klant ben op het Brussels Internationaal Festival van de Fantastische Film. Op dit festival kan ik gewoon genieten van de alom aanwezige fantastiek, zonder te moeten uitleggen waarom dat nu allemaal wel zo leuk is, want iedereen die daar rondloopt vindt het geweldig. En dan heb ik het niet alleen over de films. Er worden tentoonstellingen en evenementen georganiseerd die allemaal het fantastische als thema hebben. Je gaat dus niet zomaar een film bekijken, je treedt binnen in een andere wereld waar vanalles te beleven valt. En iedereen die binnenkomt doet dit precies om, al is het maar even, in die wereld te vertoeven.

De editie 2008 is vorige donderdag van start gegaan en loopt nog tot en met dinsdag 8 april. Ik ga er weliswaar niet elke dag naartoe, maar elke editie probeer ik toch hier en daar wat mee te pikken. Vorige zaterdag was ik bijvoorbeeld op de Body Painting Contest, één van de evenementen op het festival. Bij bodypainting is het menselijk lichaam niet het onderwerp van een kunstwerk, zoals zo vaak het geval is, maar het canvas waarop geschilderd wordt. In tegenstelling tot een tatoeage is een bodypaint tijdelijk van aard: het is een kunstwerk dat onherroepelijk opnieuw verdwijnt als het model onder de douche stapt. Er blijft niets meer van over, behalve wat foto's en filmmateriaal. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er op zo'n dag tientallen fotografen en cameralui rondlopen. Ook ik heb uiteraard wat foto's genomen, als zeer bescheiden amateurfotograaf wel te verstaan. Een selectie van mijn foto's zette ik online. Ook van de edities 2006 en 2007 kun je trouwens een aantal foto's bekijken.

Verder zag ik zaterdag de Italiaanse film The Hideout: geen meesterwerk, maar wel een onderhoudende genrefilm. Alles draait om een ex-psychiatrische patiënte die een restaurant wil openen in een oud huis waar vroeger iets vreselijks gebeurd is. Ze begint stemmen te horen, en iedereen in de omgeving doet zijn best om haar ervan te weerhouden de waarheid te achterhalen. Het verhaal is zeker niet vrij van cliché's: trappen kraken en deuren piepen; zo gaat dat nu eenmaal in deze films. Maar toch blijf je geboeid kijken, vooral omdat de waarheid slechts mondjesmaat vrijgegeven wordt. Deze “waarheid” stelt je suspension of disbelief wel heel erg op de proef, maar het is natuurlijk altijd wel aangewezen om de “realiteits”knop in je hoofd om te draaien als je naar dit soort van films gaat kijken...

Zoals vele films op het festival, beleefde deze zijn internationale première. Wat er verder zal gebeuren is moeilijk te voorspellen. Ofwel wordt hij opgepikt en kent hij een bioscooprelease, ofwel was dit een unieke kans om hem in dit land te bekijken. Want vele films die je op het festival te zien krijgt, komen bij ons niet eens in roulatie, zelfs niet in het videocircuit. Andere groeien dan weer uit tot kaskrakers of cultfavorieten. In die gevallen voel je je gepriviligeerd, omdat jij op de eerste rij zat toen nog niet iedereen het erover had. Zo was ik 10 jaar geleden compleet ondersteboven van Cube, een film die ik lukraak en zonder veel informatie vooraf ging bekijken op het festival. Intussen heeft hij een echte cultstatus verworven, werden er een sequel en een prequel gemaakt en bewees toenmalig debuterend regisseur Vincenzo Natali met onder meer de opvolger Cypher dat hij nog veel meer in petto had.

Maar naar zo'n festival ga je niet voor de films alleen. Behalve de Body Painting Contest zijn er nog een boel andere nevenactiviteiten, zoals een Belgian Film Day, een Japanimation Day, een make-up-wedstrijd en, bij wijze van apotheose, een vampierenbal. Bovendien wordt de lokatie ingericht als een tentoonstellingsruimte, en kun je werken bewonderen van de meest uiteenlopende kunstenaars. Dit jaar zijn er bijvoorbeeld een aantal werken van Jef Bertels te bezichtigen, de man die onder meer verantwoordelijk is voor het prachtige artwork bij de CD's van Ayreon. Maar ga, om een idee te krijgen, vooral zelf maar eens een kijkje nemen op zijn website.

Jarenlang was het BIFFF gehuisvest in Passage 44, maar vorig jaar verhuisde het festival naar Tour & Taxis, een groot gebouwencomplex in de buurt van het Brusselse Noordstation. Momenteel loopt in deze gebouwen trouwens ook de Star Wars-tentoonstelling. Men zou kunnen vrezen dat door een dergelijke schaalvergroting de sfeer aangetast wordt, maar niets is minder waar. Het publiek is in elk geval nog even luidruchtig als vroeger; elders zou mij dat storen, maar hier hoort het er gewoon bij. De publieksvriendelijkheid is trouwens zo mogelijk nog toegenomen: de grotere zalen zijn minder snel volzet, waardoor je meer kans maakt om aan een ticket te geraken als je op 't laatste moment beslist om een filmpje mee te pikken. En dat is precies wat ik de komende dagen van plan ben om nog eens te doen...


Geen opmerkingen: