vrijdag 2 januari 2009

Straffe madammen

Ik heb een zwak voor vrouwen, ook in de muziek. Met name vrouwelijke vocalisten kunnen mij doorgaans meer bekoren dan hun mannelijke collega's. Er zijn natuurlijk mannen wiens stemtimbre en vocale capaciteiten mij kunnen overtuigen; ik denk bijvoorbeeld aan Freddie Mercury, Jeff Buckley of Fish. Maar in de pop- en rockmuziek lijken de meeste zangers me iets te vaak onderling verwisselbaar. Bij zangeressen heb ik dat gevoel zelden: als ik bijvoorbeeld Björk, Kate Bush, Anneke van Giersbergen of Róisín Murphy hoor zingen, klinkt de stempel van de uitvoerder altijd net iets persoonlijker. Het kan natuurlijk een puur biologisch gegeven zijn, maar vrouwen moeten meestal iets minder moeite doen om mij in te pakken.

In elk genre laten vrouwen van zich horen, of het nu gaat om klassiek, jazz of popmuziek. Lange tijd leek er één genre te zijn dat vrouwen weerde: metal. En laat mij nu toevallig iemand zijn die op tijd en stond ook wel kan genieten van het nodige gitaargeweld. Zoeken naar vrouwen in metal moest je tot pakweg einde jaren 80 doen met een vergrootglas. Er waren de spreekwoordelijke uitzonderingen, zoals Doro Pesch van het Duitse Warlock, maar ze waren heel dun gezaaid.

Begin jaren 90 kwam hierin verandering. Zware, mannelijke grunts gingen in duet met engelachtige, niet zelden klassiek geschoolde vrouwenstemmen. Het contrast kon niet groter zijn. Anderzijds was het geen toeval dat men op die manier flirtte met klassieke muziek: menig muzikant in het metalgenre zal toegeven beïnvloed te zijn door componisten als Paganini en Bach; die link met klassieke muziek is er altijd geweest. Onze noorderburen hadden heel wat groepen in huis die van deze truuk hun handelsmerk maakten, zoals The Gathering (in hun beginperiode), Orphanage en natuurlijk Within Temptation. Maar de trend was merkbaar in de hele metalwereld, denk maar aan het succes van een band als Nightwish.

Hoe groter de bands werden, hoe meer men de grunts naar de achtergrond verdrong. Zo was op de CD Mother Earth van Within Temptation geen enkele grunt meer te bekennen. Het werd meteen hun grote, internationale doorbraak. Stilaan werd zo een nieuw subgenre geboren: female fronted metal. De grunts verdwenen dan wel grotendeels, maar het principe werd behouden: heldere vrouwenzang in contrast met agressieve metal. Vrouwen waren intussen dus wel toegelaten in de metal, maar in wezen was er nog steeds sprake van een bepaald rolpatroon: ze mochten meespelen, maar dan wel in de rol van het lieve zangeresje met de heldere stem.

Er leek één terrein te zijn waar mannen de alleenheersers bleven: grunten, het grommend zingen waarbij de klank diep uit de keel komt en dat zo kenmerkend is voor death metal en aanverwante genres. Er waren natuurlijk heel wat zangeressen met een korrelig stemgeluid, maar dat was klein bier tegenover het bijna dierlijke geluid dat de zangers van groepen als Morbid Angel of Six Feet Under voortbrachten. Maar in 2002 dropte de groep Arch Enemy vanuit Zweden een bom in metalland: ze brachten het album Wages Of Sin uit, met aan de microfoon een gruntende Angela Gossow. Ze had de vorige zanger van de groep, Johan Liiva, op een meer dan overtuigende manier vervangen. Haar rauwe stemgeluid liet een groot deel van de (mannelijke) concurrentie achter zich.

Ik leerde Arch Enemy pas enkele albums later kennen, ten tijde van Doomsday Machine, en ik zag ze toen ook live. Het eerste wat mij omverblies was natuurlijk het vocale geweld van Angela Gossow, maar snel ontdekte ik dat het gewoonweg één van de beste, hedendaagse metalgroepen betrof. Hun muziek is ontzettend energiek, zelfs agressief, maar dit niet zonder het gevoel voor melodie te behouden. De gitaarduels van de broers Michael en Christopher Amott zijn om duimen en vingers af te likken en het massieve groepsgeluid staat als een huis. Last but not least zijn er ook nog de composities: nummers als Ravenous, Dead Eyes See No Future, Nemesis of Blood On Your Hands kunnen zich zonder veel moeite meten met het beste uit het metalgenre.

Rise Of The Tyrants, hun laatste CD, dateert van 2007 en vorig jaar brachten ze een concert van de toernee die daarop volgde uit op DVD: Tyrants Of The Rising Sun – Live In Japan. Op nieuwjaarsdag heb ik deze DVD bekeken en het moet gezegd: Arch Enemy is bijzonder goed bezig. De DVD laat een groep in topvorm zien, waarin elk van de groepsleden het beste van zichzelf kan geven zonder dat egotripperij het totaalgeluid bedreigt. En elke keer als ik Angela Gossow bezig zie en hoor blijft ze me verbazen: hoe kan die vrouw zo'n geluid voortbrengen, en dit avond na avond? Straf, heel straf!

Nu ook vrouwen grunten, lijkt alweer een mannenbastion gesloopt. Maar hetzelfde kan niet gezegd worden van vrouwenbastions, want een mannelijke evenknie van pakweg Kate Bush of Björk heb ik nog niet gehoord. Maar dat kan aan mij liggen, natuurlijk: misschien luister ik wel selectief?